De steunpunten Stemmen Horen zijn onderdeel van een nieuwe ontwikkeling waarin hulp verlenen vanuit ervaringskennis steeds belangrijker wordt. De GGZ is grotendeels gebaseerd op professionele kennis. Die kennis staat ter discussie, zowel wat betreft de wijze waarop die hulp wordt ingevuld en uitgevoerd als ook op de manier waarop de zorg is georganiseerd. Dat wil zeggen: de zorg is georganiseerd rond diagnoses en evidence based richtlijnen met specifieke aannames over wat werkt en wat niet werkt. Dat is zeker technisch en professioneel, maar het ‘gebouw’ zelf is aan het wankelen. Die ontwikkeling dringt nog maar langzaam door tot de beroepsgroepen zelf. Ook in de samenleving is het nog lang niet overal duidelijk dat er iets aan het veranderen is. Wat je ziet is dat de hulp vaak niet effectief is, dat mensen de hulp ervaren als een vorm van onrechtvaardigheid: ik kom hier omdat ik stemmen hoor en dan krijg ik te horen dat ik schizofrenie heb, maar ik heb last van stemmen horen. Waarom zegt iemand dan dat ik schizofrenie heb. Mensen raken daardoor in verwarring.’

Jim van Os is hoofdleraar psychiatrie en adviseur van Stichting Weerklank. Volgens de psychiater is de GGZ een soort van behandelmachine geworden voor diagnosen die in dat model geconstrueerd worden.

Schaduw GGZ
‘De rest wordt er beetje bij beetje steeds meer buitengehouden, zodat mensen die blijkbaar niet in dat model passen naar andere oplossingen gaan zoeken. Je ziet nu dat er een soort schaduw GGZ aan het ontstaan is en die is gebaseerd op ervaringskennis. Bijvoorbeeld de herstelacademies, die ontstaan vanuit de WMO. Er wordt daar helemaal niet gediagnosticeerd, geregistreerd of geprotocolleerd. Er zijn geen richtlijnen. Er zijn wel relaties. Er wordt ook een soort van opleidingsmodel gehanteerd, waarbij je als je psychisch lijden meemaakt en erdoor wordt overspoeld, leert hoe je je leven weer op het pad krijgt. Ik denk dat het heel goed is dat specifieke groepen met specifieke problemen binnen die schaduw GGZ hun werk gaan doen. Ik zie daar de steunpunten stemmen horen als onderdeel van. Met een heel grote toekomst in potentie omdat is gebleken dat ervaringskennis en peersupport werken via relaties en via het bieden van perspectief en praktische coping en hoop.’, aldus Van Os.

Hij stelt vast dat van de ongeveer 7 miljard euro die nu wordt uitgegeven aan de zorg vrijwel niets wordt gebruikt om vormen van zelfhulp, zelfherstel op te richten. Hij verbaast zich daar over.

 

‘Het is heel goed is dat Stichting Weerklank en andere organisaties en personen dat zelf gaan doen. Mijn steun hebben ze. Want als je dat nu aankaart bij een grote GGZ-instelling als Parnassia dan hoor je meteen dat het niet ‘evidence-based’ is en dat het dus niet mag. Het is verboden. In dat kader verwijt ik de GGZ een irrationele opstelling. Als je goed kijkt naar bijvoorbeeld de door de GGZ gehanteerde evidence-based opstelling, dan blijft daar uiteindelijk weinig van over. Je ziet wel dat mensen opknappen, maar het is vaak omdat ondanks de GGZ-overorganisatie en haar web van richtlijnen, protocollen en tijdschrijverij, hulpvragers toch aardige mensen ontmoeten.’

Krachtenbundeling zorgconsumenten breekt weerstand
Ik denk dat het een probleem is dat we onszelf zo vast georganiseerd hebben. Wat er gebeurt is dat de professionals tegen de zorgverzekeraars zeggen: everything under control; we hebben diagnose, we kunnen alles meten, maken en beter maken en we zijn geweldig. Dan zeggen de zorgverzekeraars: nou, dankjewel, dan gaan we daar omheen een heel strak zorgstelsel organiseren, waarin jullie lekker mogen concurreren wie de beste symptoombestrijder is volgens het diagnose- evidence- based-routine-outcome-monitoring model. En als dat dan eenmaal is ingericht dan passen de belangen van de professionals (die willen natuurlijk graag heel professioneel zijn en alles heel goed kunnen) en de belangen van de zorgverzekeraars (die zijn dat stelsel geworden) heel goed bij elkaar. De politiek wil eigenlijk niets veranderen want daar hoor je: dan zouden we helemaal opnieuw moeten beginnen; we hebben net de kosten onder controle met dit concurrentiemodel. De conclusie is dat we muurvast zitten en dat verandering niet mogelijk is. Maar de initiatieven in het domein van zelfhulp, zelforganisatie door cliënten, familie, betrokkenen en ook steeds meer professionals leiden inmiddels tot een krachten- bundeling die de weerstand tegen goede zorg, hulp en steun kan breken. In mijn optie zou van die 7 miljard minstens 4 miljard moeten worden besteed aan wat ik nu maar even de schaduw GGZ noem-hopelijk in productieve samenwerking met professionele kennis.’

De hoogleraar ziet een bundeling van initiatieven in de zelfhulp en zelfherstel voor zich die gekoppeld is aan de WMO (in plaats van in de GGZ-red.)

 

Veel dichter bij WMO dan bij GGZ
‘In de GGZ is de behandeling van mensen die stemmen horen vaak gericht op het weg halen van de stemmen. Maar in de steunpunten en bij herstelacademies is er een heel ander model: ze zijn gericht op mensen steunen en helpen om hun leven weer op te pikken en niet meer ziek te worden van hun stemmen. Dat is echt een heel ander model. We kunnen de mensen weer terugvoeren naar het leven. Die aanpak staat veel dichter bij de WMO dan bij de GGZ.’

Jim van Os erkent dat het vooralsnog ontbreekt aan robuust onderzoek naar de effecten en resultaten van herstelgerichte initiatieven buiten de GGZ. Maar in hoeverre is er wel overtuigend onderzoek voorhanden als het gaat om het succes van bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie en antidepressiva?

Van Os: ‘Het gaat erom dat steunpunten en de herstelacademies zich niet moeten richten op  evidence-based in de zin van symptoombestrijding. Maar wel dat mensen graag naar deze groepen komen, zich aansluiten om met elkaar te werken aan herstel. Dat is de evidence-based aanpak die je nodig hebt en die onmiskenbaar aanwezig is. Er kan goed worden aangetoond dat steeds meer mensen samen komen om in een groep werk te verrichten. En dat is nou juist waar de GGZ over moet gaan. Dat is de kracht van een goede GGZ. Goede GGZ is gebaseerd op ervaringskennis, in ‘multideskundige’ samenwerking met  op professionele kennis. Professionals hebben belang in het uitbreiden van de zorg rond hun eigen kennis die vaak niet de juiste aanpak blijkt te zijn, vooral bij ernstige psychische problemen. Daarnaast sluit het model van de steunpunten beter aan bij de hulpvraag. Ze zijn dus per definitie kosteneffectiever. Dat geldt ook voor herstelacademies. Interessant is in dit opzicht dat van de ongeveer 300.000 mensen met EPA, 10.000/20.000 mensen acute zorgnood hebben. 2.000/3.000 Mensen hebben grotere veiligheidsrisico’s. Als je kijkt naar stemmen horen: zit dat dan bij die 300.000 of die 10/20.000 of zit dat bij die 1,1 miljoen mensen die jaarlijks in de GGZ worden behandeld? De mensen die stemmen horen die zitten vaak in die acute zorgnoodgroep! Die hebben het het meest nodig en juist die hebben nu vaak moeilijk toegang tot de GGZ. De steunpunten daarentegen brengen in deze ‘moeilijke’ groep een engagement teweeg dat leidt tot minder veiligheidsrisico’s, minder ingrijpen, minder acute opnames. Nou, het is niet lastig om te zien dat dat leidt tot minder kosten. Gemeenten merken dat steunpunten en herstelacademies van groot belang zijn. Ze zouden de voorzieningen net zo kunnen gaan organiseren als bijvoorbeeld  de schuldhulpverlening, specifieke hulp voor vrouwen en minderheden en vg-specialisten. Het WMO kader is dan een goede vorm om dat te realiseren. Het zou me niet verbazen als gemeenten hier meer kansen zien voor een goed lokaal gezondheidszorgbeleid dan te proberen iets te veranderen in het GGZ-bastion.’

Photo by Tim Mossholder on Unsplash