Patsy. Verhaal beschreven vanuit haar therapeut.
Patsy wordt door veel stemmenhoorders als het boegbeeld van de “stemmen accepteren beweging” gezien.
Zij was het begin. Haar volhardendheid zette mij, als therapeut, aan anders over het stemmen horen te gaan denken. Door samen met mij openlijk in een tv-show over haar ervaringen en de problemen die ze ermee in de traditionele psychiatrie ondervond te praten, zette ze iets in gang waar ze zelf geen weet van had. Patsy is in meerdere opzichten opmerkelijk. Ze is een van de weinige mensen die in haar handelen consequenties door trekt als ze vindt dat de argumenten redelijk zijn. Het grootste voorbeeld is het openlijk praten op tv over haar ervaringen in een tijd dat nog niemand dat deed.
Patsy was de eerste bij wie ik de stemmen accepteerde als werkelijkheid.
We wisten toen nog niet dat het samenhing met bedreigende gebeurtenissen, bijvoorbeeld. Ik vertel je graag een korte geschiedenis van haar stemmenhoren en haar herstel-verhaal.
Patsy over haar ervaringen:
‘Ik was 8 jaar toen ik voor het eerst stemmen ben gaan horen. Ik was met mijn broertje op zolder. We speelde toneel en ik had een sjaal om mijn hoofd en een kaars in mijn hand. De sjaal vatte vlam en ik gilde naar mijn moeder en ben al brandend de trap af gerend. Ik dacht dat ik dood zou gaan. Ik ben toen met verschrikkelijke brandwonden opgenomen in het ziekenhuis en daar ben ik voor het eerst stemmen gaan horen.
In het begin waren de stemmen vriendelijk. Ik praatte bijvoorbeeld met ze wanneer mijn ouders ruzie hadden.
Toen ik 16 jaar was, ben ik van huis weggelopen en in een pleeggezin geplaatst. Ik hoopte de stemmen kwijt te raken. Ik dacht dat de stemmen te maken hadden met de sfeer thuis. Als ik daar weg was zouden ze wel verdwijnen. Helaas.
Ze werden agressief, dominant en verboden mij van alles.
Mijn studie in Nijmegen mislukte door het schreeuwen van de stemmen. Mijn vader overleed. Ik vond een klein huisje in een onveilige wijk en zat daar met mijn honden. Ik kwam niet meer naar buiten, omdat dat niet mocht van de stemmen. Ik ben toen naar via een vriendin van mijn moeder naar een therapeut verwezen’.
De therapeut vertelt:
Patsy kwam in 1985 bij mij. Ze is haar stemmen kwijt geraakt toen ze gehuwd raakte met een lieve partner. Ze heeft twee kinderen opgevoed en met man en kinderen een zelfstandig leven geleid.
Toen ik haar voor het eerst zag, had ze nogal opvallende littekens in haar gezicht en was aan haar te zien wat er gebeurt was. Ze kon daar moeilijk over praten, want ze schaamde zich ervoor en het remde haar in haar contacten. Ik heb haar toen geadviseerd om naar een schoonheidsspecialiste te gaan om te leren de littekens weg te schminken. Deze handicap was vermijdbaar en het maakte haar onzekerheid alleen maar erger. Dat heeft ze gedaan en dat gaf een goed effect.
Ze was naar mij verwezen en in de brief stond dat haar probleem te maken zou kunnen hebben met haar moeilijke vader. In die tijd had ik nog nooit gedacht aan een verband tussen problemen van het verleden en stemmen, dus zijn we daar ook niet over in gesprek gegaan.
Ik sprak over de stemmen zoals een psychiater dat destijds deed: vanuit het idee van een symptoom van een ziekte.
Patsy was daar niet tevreden mee en vond dit geen hulp. Ze ervoer hinder van de stemmen en wilde leren hoe ze daar mee om moest gaan. Ze wilde dat ik haar stemmen accepteerde als realiteit. Het heeft haar een jaar gekost om mij te overtuigen.
Ze ervoer hinder van de stemmen en wilde leren hoe ze daar mee om moest gaan. Ze wilde dat ik haar stemmen accepteerde als realiteit.
Uit de gesprekken kwam naar voren dat ze twee keer per jaar veel last van de stemmen kreeg: in november en in mei. Het bleek dat de verbranding van haar gezicht in november was geweest en het overlijden van haar vader in mei. Hierbij werd het verband tussen traumatische gebeurtenissen en stemmen horen, duidelijk. Dit was nieuw en wisten we toen nog niet.
Patsy voelde zich niet veilig in het huis waar ze woonde en is uiteindelijk verhuisd naar een plek waar ze zich wel goed voelde.
Toen hebben we geleerd dat de stemmen ook minder werden en dat de stemmen dus (ook) te maken hadden met een gevoel van veiligheid.
Samen leerden we hoe zij het best kon omgaan met de stemmen. Zo leerden we bijvoorbeeld dat je de stemmen kon begrenzen door te zeggen: ‘nu heb ik even geen tijd voor je, misschien vanavond’. Dat gaf Patsy meer controle over de dag. Ook leerden we hoe je kon anticiperen op de stemmen en alternatieve gedragingen kon uiten.
Zo leerden we bijvoorbeeld dat je de stemmen kon begrenzen door te zeggen: ‘nu heb ik even geen tijd voor je, misschien vanavond’. Dat gaf Patsy meer controle over de dag.
Inmiddels was ik overtuigd van de echtheid van de stemmen. Ik had Patsy gevraagd om in gesprek te gaan met andere stemmenhoorders en daaruit bleek hoe veel overeenkomsten er waren en hoe goed ze elkaar begrepen. Patsy vond dat ze nog niet genoeg een oplossing had gevonden voor haar stemmen en dus besloten we het grootser aan te pakken. Een tv-uitzending waarin Patsy praatte over haar stemmen.
Hoewel ze het doodeng vond, deed ze het toch. Dit was tenslotte een mogelijkheid om verder te komen met haar probleem. Om een argument te hebben om een talkshow te hebben over het horen van stemmen, verzonnen we een congres. Het eerste stemmenhoorcongres. Het eerste congres in 1987 was een feit. Toen is het netwerk, Stichting Weerklank, opgezet.