Sasja Anthologie
Een kortdurende therapie gevolgd door deelname aan het kinderonderzoek.
Beschreven door Sandra Escher en Marius Romme.
Sasja woonde in het dorp waar wij ook wonen en wist dat we ons bezig hielden met stemmen horen.
Zij kwam vanwege haar stemmen horen en deed na een korte therapie mee aan het kinderonderzoek, dat was begin Juli. Ze had haar eindexamen gedaan in Maastricht en zou in September gaan studeren in Nijmegen. Door deel te nemen aan het onderzoek kon ze contact houden en tevens ons een dienst bewijzen.
Sasja woont samen met haar ouders; haar oudere zus woont al op kamers in Nijmegen.
Toen ze bij ons kwam, kwam ze meer als dorpsgenoot dan als patiënt. Er ontstaat wel een therapeutische relatie, omdat ze geholpen wil worden met haar stemmen ervaring, die haar bang maakt. Ze is dan 18 jaar.
Ze vertelt vrij gemakkelijk en open over haar stemmen, en over haar leven, zodat we bij de eerste ontmoeting direct, een afspraak maken voor een interview over de stemmen ervaring.
Ze komt ook expliciet voor die ervaring.
Sasja hoort sinds 3 maanden stemmen die anderen niet horen. Eerst was het er een, sinds een week is er een bij. De stemmen komen via haar oren, dus van buiten, en het lijkt alsof er iemand dicht bij haar staat. De stemmen zijn van een ander, omdat het mannenstemmen zijn. De mannen zijn allebei ongeveer 35 jaar schat ze. De tweede stem is er pas sinds een week. De eerste stem is sinds drie maanden dezelfde gebleven.
De stemmen praten over haar en tegen haar en met elkaar. De stemmen praten in een bepaalde kadans. Hoewel ze de stemmen niet kan verstaan beschrijft Sasja ze als heel bedreigend. ‘Ik krijg de indruk dat ik iets moet doen. Het is alsof ze iets van me willen en me aansporen iets te doen’. Hoewel de stemmen fluisteren is de toon vrij hoog, zo ongeveer als de stem van Sandra, die haar interviewt. De frequentie van de stemmen wisselt, dan komen ze twee weken achter elkaar, dan weer drie weken niet.
In het begin wilde ze niet geloven dat het een stem was. Hoewel Sasja eerst geen gebeurtenis kan noemen naar aanleiding waarvan de stem zou zijn gekomen, komt ze tijdens het interview tot de ontdekking dat de eerste stem is gekomen ten tijde van het dodelijk brommer ongeluk van Peter een jongen waarmee ze in de klas heeft gezeten. Ze vertelt dat zijn ouders buiten voor de kerk stonden, voor het condoleren en zij dacht:’ ik kijk maar naar boven naar de boom, dan hoef ik niet te huilen (dan heb ik alles onder controle). Nu herinnert ze zich ook wat de stem zei toen ze hem voor het eerst hoorde: ‘kijk naar de boom’.
De stem roept angst op. De eerste stem komt meestal ‘s morgens vroeg om een uur of vijf. Ze wordt door de stem gewekt en dan slaat de angst toe. De stem ervaart Sasja voornamelijk als negatief niet alleen door de toon, maar ook doordat het lijkt of ze iets commanderen. Sasja kan niet verstaan wat de stemmen zeggen. Ze raakt wel door de stemmen in de war, omdat het onbekend en ongrijpbaar is. Ze vraagt zich tijdens het interview af of de grote angst (ze ligt als een plank in bed) niet verhindert dat ze niet kan verstaan wat de stemmen zeggen. Wanneer Sasja stemmen hoort weet ze waar ze is en hoe laat het is.
Sasja denkt dat de stemmen te maken hebben met een bepaalde gevoeligheid. De laatste tijd heeft ze voorspellende dromen. Ze droomde bijv. dat ze met een zeven voor Frans zou slagen, terwijl dat zeer onwaarschijnlijk was gezien de vijf die ze al had. Ze slaagde tot haar verbazing met een zeven.. Sinds kort heeft ze het idee dat ze van te voren weet wat iemand gaat zeggen. Er is geen echte relatie. De stemmen zijn een soort bandje wat blijft draaien. Er is geen response op vragen van Sasja. Ze ervaart de stemmen als controle verlies. Sasja heeft een uitgebreid sociaal netwerk. Alleen met twee vriendinnen, een jongen op het werk en haar zus praat Sasja over de stemmen. Met haar ouders niet, die raakten al over hun toeren toen ze een cursus Reiki ging doen en associeerden het met een ‘sekte’. Bij vragen over haar kinderjaren vertelt ze, dat het niet echt prettig was en niet slecht, te afhankelijk. De familie woont allemaal in de zelfde straat en iedereen weet alles over iedereen. Het voelt aan als niet vrij zijn. Sasja voelt zich soms niet gewenst en heeft ook de indruk dat ze nooit iets goed doet.
Wanneer Marius en ik het interview met Sasja bespreken,
komt naar voren dat de stemmen in plaats van bepaalde emoties komen
Sasja kan wel bang zijn, maar durft bijv. geen verdriet te voelen. Om bij die emotie te komen beveelt Marius haar aan om een afscheidsbrief aan die overleden jongen te schrijven.
Een week later. heeft Sasja die brief geschreven en er ruim de tijd voor uitgetrokken. Ze zat op zolder en op haar vraag aan de stem om eens iets verstaanbaars te zeggen hoorde ze hem duidelijk. Na een halve zin kwam haar vader op zolder iets halen en maakte zoveel kabaal dat ze de stem niet meer kon horen.
Wanneer we over de afscheidsbrief praten en over de emoties redeneert Sasja “Wie ben ik dat ik verdriet over die jongen kan hebben”. En vertelt dat ze nog een andere redenatie kan hebben gehad: “het had ook erger kunnen zijn. bv. mijn zus had dat ongeluk kunnen hebben”.
Het is opvallend dat Sasja in plaats van een gevoel, redeneringen heeft en dat herkent ze ook.
(Ook seksualiteit redeneert Sasja op die manier weg.) Ze is heel behendig in het vermijden van eigen emoties. Wanneer we praten over emoties en de dood van de dorpsgenoot vertelt ze dat ze miste dat ze hem beter had leren kennen. Relaterend hieraan vertelt ze dat als ze in de stad langs al die mensen loopt, ze het ook jammer vindt dat ze deze mensen niet beter leert kennen. Ze loopt langs hen heen en ze blijven onbekend. Marius maakt de parallel naar de relaties binnen haar familie, die zijn ook oppervlakkig.
Marius beveelt aan niet teveel met de stemmen bezig te zijn omdat die in plaats van het gevoel komen en vraagt haar een dagboek te houden over situaties waarin gevoel een rol spelen.
Sasja vertelt dat ze een dagboek bijhoudt. Het valt haar op dat ze zich ergert aan oppervlakkigheden zoals bijv. bij haar moeder het huis schoonmaken omdat andere mensen op bezoek komen, terwijl het haar opvalt dat ze als ze alleen is hetzelfde doet. Andere emoties dan ergernis komen er niet naar voren. Maar er komt ook nog wat anders naar voren uit de drie voorbeelden die Sasja geeft:
- ze werkt in een restaurant en doet de afwas. Er zet dan iemand een grote stapel niet voorgespoelde borden bij haar neer en ze durft niets te zeggen omdat ze bang is dat de ander haar niet aardig zal vinden.
- Sasja gaat naar de kapper, die haar te kort knipt en Sasja durft er niets van te zeggen, uit angst dat hij haar niet aardig vindt.
- Wanneer Sasja tot twee uur ‘s nachts heeft gewerkt, moet ze toch de volgende morgen om 9 uur opstaan omdat, volgens haar moeder: ‘ wij hebben ook de hele dag gewerkt’.
Apart is dat Sasja zichzelf de schuld geeft. Bij de kapper was ze waarschijnlijk niet duidelijk genoeg geweest. Ze staat op omdat ze denkt dat haar ouders denken dat ze lui is etc. Sasja maakt niet het onderscheidt tussen wat andere niet correct doen en wat ze zelf doet, maar betrekt zich zelf erin door de schuld te nemen. Het ‘wij’ van de moeder maakt dat het net lijkt of ze allemaal hetzelfde zijn.
De vraag of haar moeder een eigen identiteit heeft, beantwoordt Sasja na enig nadenken negatief. Haar vader heeft ze helemaal geen idee van hoe hij denkt.
Uit de voorbeelden komt naar voren dat Sasja geen eigen mening heeft ontwikkeld.
Ze heeft niet geleerd om onderscheidt te maken tussen de mening van haar ouders en zichzelf. Ze heeft het idee dat haar ouders niet naar haar luisteren, maar moet ook concluderen dat ze ook heel weinig van bijv. haar vader afweet. Hij is Duitser, maar ze wist tot voor kort niet waar hij in Duitsland geboren was.
De volgende afspraak opent Sasja met de mededeling dat ze ons boek ‘stemmen horen’ heeft gelezen. In sommige van de ervaringsverhalen zag ze herkenning, en concludeert dat deze mensen, net als zij, in een fase van hun leven zaten waarin er veranderingen waren. Zich in een ontwikkelingsfase bevonden. Dat klopt want zij gaat vanuit een dorp met een heel hecht familie controle systeem naar een redelijk ver af gelegen stad waar ze wel vrij is maar voor alles er alleen voor staat, alhoewel haar zus daar ook studeert. Voor mensen die met emoties problemen hebben zijn zulke overgangen wat extra bedreigend.
De vraag blijft nog, wanneer is Sasja haar emotie verloren. Wat is er gebeurt in haar leven dat heel veel indruk heeft gemaakt en tot een soort afstand nemen van emotie heeft geleid.
We gaan daarom maar terug in de tijd om naar heftig emotionele gebeurtenissen te zoeken.
Na enig nadenken en een beetje terughoudendheid vertelt ze, dat ze als tienjarige gezien heeft dat haar vader haar moeder tijdens een ruzie in de badkamer naar de keel vloog en dat ze toen dacht dat hij haar zou vermoorden. Dat is verder een onbesproken gebeurtenis gebleven. Dat dit nog als gevolg zou hebben, dat zij emoties afhoudt, kan ze eigenlijk niet geloven. We besluiten daarom dat we bij het heden blijven, bij de manier waarop ze emoties wegwerkt, zij zal proberen meer bij emoties stil te staan.
In het volgende contact spreken we vooral over Sasja’s ingewikkelde wegredeneer manier wanneer er emoties aan te pas komen. Sasja blijft redeneren: ‘wie ben ik dat ik dat ….’ Zoals met het overlijden van de jongen. Sasja is zich er steeds meer bewust van en herkent tijdens het gesprek ook wanneer ze weer ingewikkeld gaat redeneren. In overleg wordt bekeken of Sasja niet gewoon een emoties kan hebben en er niets mee doen. Alleen constateren dat hij er is. Sasja vertelt dat de jongen die in het restaurant in de keuken werkt haar aardig vindt, haar steunt in haar boosheid op de kritiek die ze krijgt en vervolgens haar vertelt dat hij in Bosnië is geweest en een van zijn kameraden zelfmoord heeft gepleegd. Ze vindt dat heel moeilijk. Aan de hand van dit voorbeeld zeggen we; waarom zeg je niet tegen de jongen: ‘dat is heel wat, wat je zegt’ en verder niets. Je staat bij de emotie stil, geeft je zelf tijd en je hoeft er op dat moment niets mee. Dit gesprek vindt plaats vlak voordat Sasja naar Nijmegen gaat studeren.
Bij het tweede interview in het kader van het kinderonderzoek een jaar later verteld Sasja, dat ze sinds vorig jaar op kamers woont, omdat ze is gaan studeren. In hetzelfde huis woont haar zusje. Sasja komt ieder weekend naar huis.
Ze hoort nog steeds twee stemmen, dat is op zich vergeleken bij vorig jaar niet veranderd.
Dit jaar zijn de stemmen een stuk minder geworden en een tijdje verdwenen. Rond Jan/Febr. begonnen ze weer, maar waarom weet Sasja niet.
Sasja denkt inmiddels ook dat de stemmen met haar zelf te maken hebben; haar omgaan met emoties. In het afgelopen jaar is haar oom, die tegenover haar ouders woont, verongelukt. Ze is geen stemmen gaan horen.
Vorig jaar maakten de stemmen Sasja verdrietig; dit jaar niet, vorige jaar bang, dit jaar niet. Ze maken soms nog steeds dat Sasja zich moeilijker kan concentreren.
De relatie is in het afgelopen jaar veranderd. Ze is niet meer echt bang van de stemmen, maar heeft er meer controle over.
Als ze net doet alsof ze er niet zijn, houden ze op.
Aan iets anders denken helpt ook.
Iets gaan doen helpt;
naar iemand toegaan helpt;
afleiding zoeken helpt.
Bij het derde interview twee jaar later hoort Sasja nog af en toe een stem. Vorig jaar waren het er twee, nu nog maar een. Ze denkt niet dat anderen de stem kunnen horen; hij komt door haar oren en ze denkt vanwege het geluid dat het een ander is.
Ze hoort een mannelijke stem van ongeveer 30 jaar. Hij is negatief. Ze hoort hem wisselend; ongeveer nog 1 maal in de 2 maanden. Hij lijkt niet op een bekende.
Als Sasja twijfelt komt de stem en als ze zich onzeker voelt. Vorig jaar kwam de stem bij veel meer emoties. Sasja is opener voor emoties geworden. Durft makkelijker te reageren en vindt dat ze wel goed in haar vel zit.
Keuzes maken vindt ze echter nog steeds moeilijk en dat begint al met broodbeleg.
Ze heeft geen verklaring voor de stem, maar denkt wel dat hij met haar zelf te maken heeft; met haar handelen en dus met haar gevoel. De relatie is veranderd in zoverre dat hij nog onbelangrijker geworden is. Sasja is veranderd, heeft haar draai in het leven gevonden en gekkerwijs nadat ze haar emoties vorig jaar meer erkende, heeft ze er nu een redenatie voor die de relatie met emoties weer weg stopt. Ze noemt het handelen en als ik zeg dat handelen op grond van emoties gaat, dan moet ze lachen en geeft dat toe. Ze vertelt wel dat haar omgeving haar veranderd vindt, spontaner en minder afstandelijk.
Haar ouders zijn niet veranderd. Die vinden de stemmen eigenlijk nog steeds eng en praten er niet over. Sasja zegt “Ik denk dat ze anders bang zijn dat de hele familie. erover zal gaan praten”.
Bij het vierde interview vertelt ze sinds ongeveer een jaar geen stemmen meer te horen. Ze zegt dat het komt omdat ze zichzelf meer accepteert. De stemmen maakten bang door controle verlies. Ze wilde de situatie beheersen. Dat is nu niet mee zo. Ze is minder bang ook van mensen en is verbaasd over haar populariteit. Ze heeft nu ook geen concentratie problemen meer.
Sasja: ” de consequenties van het feit dat je stemmen hoort ga je pas veel later beseffen. Je moet mee veranderen of je het wilt of niet. Ik kan eigenlijk niet tegen veranderen, ik ben nu wat meer filosofisch geworden.
Het laatste interview is al weer 61/2 jaar geleden en nu in 2006 is ze al weer geruime tijd afgestudeerd, heeft een baan in Maastricht en woont samen met een heel creatieve zelfstandig denkende man. Het gaat haar goed met of zonder stemmen we hebben er niet meer over gesproken.
Opmerkingen
Uit het verhaal van Sasja komt erg duidelijk naar voren dat stemmen horen geen ramp is, als er geen angst voor hoeft te worden opgebouwd; wanneer het geaccepteerd wordt; uit de sfeer van gekte gehaald wordt, door het begrijpelijk te maken van uit problemen in de ontwikkeling die met veranderingen gepaard gaan, die voor sensitieve mensen, uit een milieu waar weinig aandacht aan omgaan met emoties wordt besteed, extra bedreigend kunnen zijn.
“Early detection” is belangrijk als de benadering op normaliseren, begrijpen, ondersteunen en ontwikkeling wordt gelegd. Ook bij Sasja was de stemmen ervaring een functionele monitor, een soort barometer, die bij haar leven en ontwikkeling paste.
Zij is overigens buitengewoon muzikaal, ze leeft meer met haar gehoor. We zien dit bijna bij alle stemmenhoorders.